Voetbal was aan het begin van de jaren vijftig nog puur en amateuristisch. In omringende landen werden de beste spelers al betaald voor hun diensten, maar de KNVB wilde hier niets van weten. Voormalig bondsvoorzitter Karel Lotsy was iemand van de oude stempel voor wie het ‘meedoen voor de eer’ hoog in het vaandel stond. Geld, zo wist Lotsy zeker, zou alles kapotmaken.
Henk Zon deelde die mening, maar was realistischer. De voorzitter van Excelsior zag dingen om zich heen veranderen en wist dat ook de voetbalwereld zich vroeg of laat zou moeten aanpassen. Hij had gezien dat Egedius Joosten op 12 december 1953 de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB) had opgericht. Deze bond was van plan om in Nederland een profcompetitie te beginnen. In zijn dagboek plakte Zon een affiche van de Beroepsvoetbal Vereniging Rotterdam en schreef hieronder: ‘Wat gaat er gebeuren? Afwachten.’
Het duurde niet lang voordat Zon ook binnen zijn eigen vereniging te maken kreeg met de om zich heen grijpende NBVB. De ‘profclubs’ waren namelijk begonnen met het benaderen van spelers. In mei 1954 schreef Zon in zijn dagboek over een ontmoeting van bestuurslid Cor Fonteijn van Excelsior met één van de spelers van het eerste elftal. Deze voetballer miste de geest in de ploeg en was voornemens om over te stappen naar een andere club. Na wat doorvragen bleek er iets anders aan de hand: hij had aanbiedingen gekregen van twee andere verenigingen.
Een maand later maakte Zon in zijn dagboek melding van een ontmoeting met speler Aad Bak op 25 juni 1954: ‘Hij zei direct, toen die had plaatsgenomen in een makkelijke stoel: Ik zal maar met de deur in huis vallen, daar ik ben aangezocht door de Profclub Rotterdam. Ik kom nu jou om raad vragen, daar ik aan de ene kant Excelsior, waar ik van jongs af voor speel, niet graag ga verlaten, maar aan de andere kant het aanlokkelijke aanbod tegenover mijn gezin moeilijk kan afslaan.’
Volgens de notities zou Bak bij profclub Rotterdam 30 tot 35 gulden vast per week krijgen. De inkomsten zouden, afhankelijk van de resultaten, met 10 gulden (bij een nederlaag) tot 40 gulden (bij een overwinning) kunnen oplopen. Zon schreef: ‘Slotconclusie: Als voorzitter zou ik het erg jammer vinden als je onze vereniging ging verlaten, maar als mens vind ik het zeer begrijpelijk en ik zal het je dan ook beslist niet kwalijk nemen, als je pogingen in het werk stelt, je maatschappelijk op te trekken via betaald voetbal. Wij leven nu eenmaal in een materialistisch tijdperk.’
‘Mijn persoonlijk standpunt nu de zaken zo duidelijk liggen: Premie Voetbal hoe jammer het ook is’, wist Zon nu zeker. Op maandag 28 juni nam hij daarom telefonisch contact op met zijn collega’s Cor Kieboom (Feijenoord) en Jos Coler (Sparta). Die bleken er hetzelfde over te denken als hij, waarna Zon belde met Ingenieur Hans Hopster van de KNVB. Die was bereid de clubs aan te horen en afgesproken werd om op woensdag 30 juni bij elkaar te komen in Hotel Terminus in Utrecht. Ook ADO-voorzitter Martens zou aanschuiven.
In zijn notities van die dag schreef Zon: ‘Naar Utrecht. Aan het gezelschap is nog toegevoegd dhr. Wolf (Feijenoord) en Aad Libregts (Exc). Om precies 3 uur arriveerde dhr. Hopster met dhr. Brunt, de bijeenkomst werd belegen op een slaapkamer, daar alle vergader lokaliteiten bezet waren. Voor de aanvang maakte de heer Wolf nog een lyrische opmerking: ‘Op de dag van de Zon-verduistering brak het licht door’ en dhr. Kieboom in dezelfde strekking: ‘In slaapkamers worden vele nieuwe levens geboren’.’
De bijeenkomst in Utrecht verliep volgens Zon in een ‘zeer prettige sfeer’: ‘Wat er allemaal besproken is deze middag, zou te veel zijn om hier neer te schrijven, maar de notulen van deze bespreking zullen t.z.t. hun weg nog wel vinden naar het archief van Excelsior. Geheimhouding werd afgesproken, om onverkwikkelijke verwikkelingen te voorkomen.’
Hoewel het gezelschap in Utrecht werd gezien door Jen Vlietstra van Het Vrije Volk hielden de mannen hun mond. Ook toen de journalist Henk Zon ’s avonds laat nogmaals om uitleg vroeg, hield hij zijn mond. Desondanks maakte de krant op 1 juli melding van de bijeenkomst, aangevuld met het bericht dat Aad Bak een contract had getekend bij de beroepsvoetbalclub Rotterdam.
Op maandag 5 juli meldde Sport & Sportwereld: ‘KNVB-bestuur besluit tot semi-professionalisme en hoofdklasse (in 1955)’. Verderop in dezelfde krant stond boven een artikel: ‘Rotterdams initiatief redde het Nederlandse voetbal’. Henk Zon werd aangewezen als de man ‘wiens optreden het initiatief te Rotterdam ontplooide’. In een ander artikel zei Zon zelf: ‘Wij hebben alleen om spoed gevraagd, omdat… nou ja, laat ik het maar zeggen: omdat we toch ook wel een beetje bang waren voor de Beroepsvoetbalbond.’
Op 12 juli 1954 werden de ereleden van Excelsior door het bestuur bijgepraat over de ontwikkelingen. W. Appelo, P. Haanappel, Th. de Jong, Jo Bak, L. van der Steen, J. de Vletter en Jac. van Voorst waren volgens Henk Zon ‘unaniem van mening dat hoe jammer het ook was, het amateurisme niet meer is te handhaven en wij ons moeten aanpassen bij de veranderde tijdsomstandigheden’. Niet lang daarna ging de bondsvergadering akkoord en was het een feit: betalingen werden toegestaan in de hoogste klasse van het Nederlandse voetbal.
Volgende week deel 2 over de invoering van betaald voetbal: ‘Het kostte meer dan het opleverde’
do 14 maart 2024
Maandagavond 18 maart is de documentaire ‘De Kampioenen van ‘74’ voor het eerst te zien op…
Lees meervr 17 november 2023
De documentaire ‘Vooruit naar vroeger’ vertelt het bijzondere verhaal van Trudy Bak, kleindochter van Jan Bak…
Lees meer